BIO :
Le père et le grand-père de Rudi Carrell ont tous deux travaillé dans le show business. De son père, André Carrell, il a utilisé le nom d’artiste. Le 17 octobre 1953, le jeune Rudolf remplace son père pendant une fête d’employés du gouvernement à Arnhem. Après ça, il devient membre de sa troupe. C’est le début de Rudi Carrell dans le monde du spectacle.
En 1955, chaque semaine, il anime le programme de radio De bonte dinsdagavondtrein de l’AVRO et en 1959, il fait ses débuts à la télévision avec le Rudi Carrell Show. Il est connu aux Pays-Bas pour avoir participé à l’édition de 1960 du Concours Eurovision. Cette chanson était populaire aux Pays-Bas mais lors du Concours elle termine avant-dernière. D’autres chansons l’ont rendu populaire aux Pays-Bas : Een ballonnetje, Een muis in een molen, De hoogste tijd et Samen een straatje om. À partir des années 1970, il a vécu principalement en Allemagne et y a présenté de nombreuses émissions de télévision. Il meurt d’un cancer du poumon à l’âge de 71 ans.
PALMARÈS DU PAYS :
1 victoire en 1957 – Corry Brokken – Net als toen
1 victoire en 1959 – Teddy Scholten – n Beetje
PAROLES LYRICS :
Wat een geluk dat ik een stukje van de wereld ben
Dat ik de wijsjes van de sijsjes en de merels ken
En dat ik mee mag doen met al wat leeft
En mee mag ademen met al wat adem heeft
Ik ben zo blij dat er in mei altijd narcissen zijn
En dat er vruchten, vlinders, veulens, vogels, vissen zijn
En al die blijdschap komt enkel door jou
Omdat ik vreselijk, ongeneeslijk van je hou
Als je mij dan vraagt: ‘Is dat afgezaagd, ?’
Zeg ik ‘ja’, maar ik zaag toch nog even door
Ach… wat moet ik nou, want ik hou van jou
En daar heb ik doodgewoon geen woorden voor
Ik heb alleen maar het vertrouwde ‘schat ik hou van jou’
Het ‘hartedief’, ‘ik heb je lief’ en het oude ‘blijf me trouw’
Ik vind het zelf ook wel erg primitief
Maar waarom ben je dan ook zo lief ?
La la la la la la la la… la la la la la la la la la…
La la la la la la la la… la la la la la la la la la…
Wat een geluk dat ik een stukje van de wereld ben
Dat ik de wijsjes van de sijsjes en de merels ken
En dat ik mee mag doen met al wat leeft
En mee mag ademen met al wat adem heeft
Ik ben zo blij dat er in mei altijd narcissen zijn
En dat er vruchten, vlinders, veulens, vogels, vissen zijn
En al die blijdschap komt enkel door jou
Omdat ik vreselijk, ongeneeslijk van je hou
Ik heb alleen maar het vertrouwde ‘schat ik hou van jou’
Het ‘hartedief’, ‘ik heb je lief’ en het oude ‘blijf me trouw’
Ik vind het zelf ook wel erg primitief
Maar waarom ben je dan ook…
Oh… waarom ben je dan ook…
Oh… waarom ben je dan ook… zo lief ?
La la la la la la la la… la la la… (la la la la…)